Dit continent dankt haar naam aan de Stille Oceaan waar haar meeste eilanden door omgeven zijn. Hawaï, Fiji, Australië, Nieuw-Zeeland en duizenden andere eilanden.
Recent wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat de oorspronkelijke bewoners van Australië directe nakomelingen zijn van de oudste migratiegolf uit het Afrikaans continent. De Aboriginals vormen en geven hun traditie door op een manier die sterk verbonden is met het landschap. Dat doen ze middels de ‘zang-routes’ (song-lines) waarmee ze hun belangrijkste waarden levend houden én over grote afstanden hun weg kunnen vinden.
In de Polynesische culturen bestaat er een belangrijke spirituele oefening: Ho’oponopono. Het betekent iets als ‘het goede in gang zetten’ en het komt er op neer om verzoening en vergeving te bevorderen om zowel individueel als sociaal welzijn en gezondheid te bevorderen.
Onze spiritualiteit is eenheid en verbondenheid met alles wat leeft en ademt, zelfs met alles wat niet leeft of ademt.
Reiziger, er zijn geen paden. Paden worden gemaakt door te lopen.
– Australian Aboriginal Proverb
Planten

Phormium tenax
Phorium tenax in het Māori bekend als harakeke, is een altijdgroene vaste plant die inheems is in Nieuw-Zeeland en Norfolk Island en een belangrijke vezelplant is. De vezel wordt al sinds de komst van de Māori naar Nieuw-Zeeland op grote schaal gebruikt, oorspronkelijk in traditioneel textiel van de Māori en ook voor het maken van touw en zeilen. Dankzij de brede lengte van de harakeke bladeren kunnen wevers een verscheidenheid aan strooklengtes creëren, waardoor de plant geschikt is voor een vele voorwerpen en afmetingen.

Correa ‘Marians Marvel’
Correa ‘Marians Marvel’ is een tere, spreidende, groenblijvende struik met roodbruine stengels met ovale, donkergroene bladeren en trossen buisvormige, roze bloemen met brede, gele of heldergroene kroonranden. Het unieke over deze plant is dat het bloeit van november tot maart. d van hun huizen te vinden als bescherming (tegen de bliksem).

Cordyline australis
Bij de Māori bekend als de koolboom of als tī kōuka. De boom werd gebruikt als voedselbron, vooral op het Zuidereiland, waar hij werd gekweekt in gebieden waar andere gewassen niet zouden groeien. Hij leverde duurzame vezels voor textiel. De Māori gebruikten verschillende delen van Cordyline australis om verwondingen en ziekten te behandelen, hetzij opgekookt tot een drankje of fijngestampt tot een pasta.